Dit interview komt uit september 2018

  

,,Het begon met drie tubetjes’’, vertelt BM’er Rein Aardema (1948) laconiek. Hij wijst op de drie dozen met tientallen kleuren olieverf op zijn werktafel.

,,Dankzij de verkooptechnieken van Marjan’’, glimlacht hij.

Rein is sinds vijf jaar op een bijzondere manier verbonden met Boulevard Magenta. In 2008 kwamen hij en zijn vrouw Wil in de nieuwbouw op het landgoed in Laag Soeren wonen. Zo leerden ze Meindert en Marjan Smit kennen. En ze werden vrienden.

Toen Marjan begon met haar droomschool, Boulevard Magenta, stond hij klaar om te helpen.

Marjan vertelt:

,,Afdeling Hand & Span noem ik ze. Rein helpt de school al sinds 2013.

Samen met Wil, zijn vrouw.

We gingen naar beurzen en wie stonden direct klaar om mee te helpen? Te sjouwen met veel te veel schilderijen en andere spullen? We zijn voor dag en dauw naar groothandels gereden, we hebben pigmentpotjes klaargemaakt, materiaalpakketten samengesteld en wie hielpen altijd mee? Wie haalden in de hectiek van de start van het nieuwe lesjaar alle lesmappen op en controleerde deze grondig voor ze mee in de auto gingen? En ook zo grappig en fijn! Iedere keer wanneer Wil en Rein naar het buitenland gingen werden er inkopen gedaan. Voor de school, in lege koffers speciaal voor dat doel meegenomen. Met precies de juiste aantal kilo’s weer terug. Geen grammetje minder, geen grammetje te veel. Altijd op zoek naar net dat ene, speciale artikel dat onze cursisten zo waarderen en exclusief verder nergens te krijgen is.

De Stichting Vrienden van het Ikonenmuseum vroeg ons om een speciale workshop te ontwikkelen. We broedden met een paar mensen op een idee, dat vroeg om een kleine, ambachtelijke drukker, handgeschept papier en een mooie kapitale letter. Wie rijdt (op de fiets want geen rijbewijs) van hot naar her? Rein.

“Morgen op zakenreis, Rein. Overleggen met de drukker, een ouderwetse letterzetter.”

Het is net een animatie; man op fiets langs dijken en over bruggen naar middeleeuws stadje om daar met een traditionele drukker te overleggen. Harry Potter en Anton Pieck zijn er niets bij.

Gekscherend zeggen we wel eens: Pas op! Daar hebben we de afdeling inkoop!’

Ken je de Film The Internmet Robert De Niro, Anne Hathaway en Rene Russo. En Rein is natuurlijk ,,The Intern” Het verhaal: Bijna zeventiger moet nog werk zien te vinden (Amerika) en ,,mag” stage gaan lopen bij jong, hip super high tech bedrijf. Hij wordt de stagiaire. En redt, na 95 minuten verhaallijn het bedrijf. Dat raadde je al.

The intern is vanaf dat moment zijn geuzennaam.’’

Deze hand en spandiensten zaten de ras-Amsterdammer al in het bloed. Hij werkte bij Het Parool op de Redactie-Documentatie totdat hij in militaire dienst ging. Daarna bij diverse uitzendbureaus en vervolgens tot aan zijn pensioen op de gerubriceerde advertentie-afdeling van De Telegraaf

Bij Het Parool is zijn liefde voor het krantenbedrijf begonnen. Hij ontmoette daar destijds fameuze journalisten als Simon Carmiggelt (Kronkel), Evert Werkman (oud-verzetsstrijder), dichter Dick Zijlstra, hoofdredacteur Herman Sandberg, Jeanne Roos, Leo Pam, de vader van Volkskrant journalist Max Pam, Wim Hora Adema, een van de eerste feminstes, schrijver Max Nord, dichter Han G. Hoekstra, oud-Spanjeveteraan Piet van ’t Hart enz. Namen die nu verdwenen zijn in de mist van de tijd, maar nog steeds een grote genegenheid bij hem oproepen en zijn belangstelling voor de Nederlandse literatuur, persgeschiedenis hebben doen toenemen, maar daarover later meer.

Het bleef voor Rein niet bij de hand en spandiensten. Sinds vijf jaar schildert hij ook met veel plezier.

,,Ik volg niet een specifieke BM opleiding. Ik maak wat ik mooi vind en vrijwel alleen op kleine paneeltjes van 18 x 13 cm. En geen theorie. Ik ben meer een doener. Ik heb er ongeveer dertig gemaakt en die hangen bijna allemaal aan de enige muur in ons huis waar plek is. Een beetje weggeborgen bij het toilet.

Ik doe wel ,,onderzoek” naar wat ik wil schilderen. Wat achtergrondinformatie over grootte, waar bevindt zich het schilderij en wat ik zoal tegenkom. Ook zoek ik uitgebreid naar een hoge resolutieafbeelding. In het begin werkte ik alleen in grisaille. Ik hou ook erg van zwart/witfoto’s zoals van Amsterdam en Parijs in de jaren 40 en 50, prachtig. Zo’n drie jaar geleden begon ik met kleur. Ik werk met een zogenaamd gesloten palet, door Marjan gekozen. Maar in de loop van het schilderen voeg ik daar wat andere kleuren aan toe.’’

 

Maar sinds kort werkt Rein aan zijn eerste ,,grote” schilderij: een paneel van 21 bij 21 centimeter. Naar een schilderij van Kim Casebeer, een jonge Amerikaanse schilderes.

,,Zoals zo dikwijls zag ik dit schilderij van haar op internet en werd direct gegrepen door het beeld en de kleuren. Dat wilde ik ook. Maar het is een worsteling. Ik ben er al een half jaar onregelmatig mee bezig, maar het is nog steeds niet naar mijn zin. Maar het komt goed.

Als ik een schilderij zo mooi vind en als ik denk dat het binnen mijn technisch kunnen past dan wil ik ook meer van de schilder weten. Zijn of haar leven, de andere schilderijen en dan valt het me op dat het door mij uitgezochte schilderij voor mij dan vaak het hoogtepunt uit een oeuvre is, maar dat zegt meer over mij dan over de artiest. Hetzelfd geldt, vind ik, ook voor schrijvers en andere kunstenaars. Als er maar een handvol gedichten of één á twee boeken de tijd overleven dan is  zo’n kunstenaarsleven al geslaagd.

Overigens heb ik al eerder een ,,groot” schilderij gemaakt: Youth mourning van door George Clausen uit 1916. Hier zit een indrukwekkend verhaal achter. Clausen schilderde zijn dochter geknield op een van de slachtvelden aan het Westfront. Zijn dochter was verloofd met een Britse Tommy en hij sneuvelde tijdens de Slag aan de Somme (1 juli 1916). Ik heb er een klein beetje een eigen draai aan gegeven door er zoeklichten en twee vogels bij af te beelden.

The Great War blijft mij boeien en dan niet de grote krijgsverhandelingen, maar het ,,kleine” leed van de soldaten aan weerszijden van het front. Zij lagen soms op nog geen 100 meter van elkaar in de modder, de kou, de misère moet andere woorden the oral history van de gewone soldaat is een passie.

 

De laatste jaren ga ik met twee buurjongens van in de 70 de slagvelden in Europa af, Normandië, Ieper, de Maginot Linie. We wonen in West Europa echt op een eiland van vrede. En dat al dik 70 jaar. We zijn bevoorrecht en zullen dit, met vele (financiële) offers moeten zien vast te houden. Zover je al lessen uit de geschiedenis kunt halen: Nie wieder krieg. Kijk maar om je heen.”

Wat zijn je favoriete schilders?

,,Dat zijn onder andere Jan Voerman, wat een prachtige luchten schilderde hij. De kleurvoering van Jan Mankes vind ik ongekend. Dick Ket. En nog talloze anderen, Witsen, Breitner, Saenredam, ik  zou daar wel een heel interview mee kunnen vullen. Een laatste ontdekking is Mark Rothko en dat komt omdat Neeltje Kroonbij ons, bij BM, een paar grote schilderijen heeft gemaakt die geïnspireerd door hem zijn. Ik zag haar worsteling, het telkens weer ,,verbeteren” van haar compositie en uiteindelijk werd het resultaat prachtig. Ja, er schilderen bij BM heel wat mensen met een groot talent en zonder iemand tekort te willen doen wil  ik ook nog even Dori Braat noemen. Zij zit dikwijls tegenover mij. Ruim 25 jaar schilderen van iconen laat zich zien in het werk dat ze nu maakt met olieverf. Prachtig klein werk. En ze heeft een grote kennis op het iconengebied. Hopelijk wil ze deze kennis ooit nog eens delen d.m.v. lezingen of workshops op BM.

Even terzijde. Het is heel jammer dat Marjan niet meer tot vrij werk komt. Zij maakte in het verleden prachtige schilderijen, maar ja, Boulevard Magenta slurpt al haar tijd en energie op. Daar tegenover staat dat ze nu een mooie schilderschool in de markt heeft gezet.”

Ga je graag naar musea?

,,Ja, ik ga veel naar musea waarbij ik toch een lichte voorkeur heb voor fototentoonstellingen. En mijn absolute voorkeur The Beaneryvan Edward Kienholz in het Stedelijk Museum. Toppunt van eenzaamheid. Carmiggeltschreef over hem, bij een grote overzichtstentoonstelling in 1970: ,Als ik directeur van het Stedelijk was, zou ik er nog één zaaltje aan hebben toegevoegd. Een zaaltje met een groot aantal galgen waaraan bezoekers die na het zien van dit alles iedere lust om verder leven hebben verloren. ’t Zou een aardige service van het huis zijn.’ ”

Waar ben je nu mee bezig?

,,Op dit moment werk ik aan drie schilderijtjes, de reeds genoemde van Kim Casebeer, Portret van een Oude vrouw uit 1468/1470 door Hans Memling en Une Parisienne van Charles-Alexandre Giron uit 1883. Voordeel van klein schilderen: als je het zat bent schakel je over naar een ander schilderij in wording.”

 

Het is zeer divers waar je van houdt. Nog meer?

,,Een andere catogorie die ik hoog heb zijn de ambachtslieden van de boekillustraties en bepaalde striptekenaars. Jan Lutz, Isings, Jetses, Pieck zijn ambachtslieden met een grote vaardigheid. Zij hebben in mijn jeugd een grote visuele invloed op mij gehad. Later kwamen daar onder andere Arthur Rackham en de grote Amerikaanse boekomslagillustrator James Avati bij. De Nederlandse vormgever Piet Schreuders, o.a. uitgever van de Poezenkrant, (Lees die krant!) publiceerde een prachtig boek over hem.

Striptekenaars als Herge en misschien wel de grootste Andre Franquin zijn mastodonten. Peter van Straaten is, zeker qua humor, de grootste. Met Yrrah.”

Wat lees je?

,,Nederlandse literatuur met als favorieten W.F. Hermans, waarvan ik alles heb, een Billy vol, Nescio, Simon Carmiggelt, Elsschot en Kees Buddingh’,  Johnny van Doorn,  Jan Wolkers, F.B. Hotz, F. Springer, Henk Hofland, Han Voskuil kortom typisch een lijstje van hen die in de jaren 60 en 70 volwassen zijn geworden. Nog wat buitenlanders? Elias Canetti, L.F. Celine, Paul Leautaud, ook deze sluiten hier op aan.”

En dichters?

,,De Nederlandse dichters behoren  echt tot de top van de wereldliteratuur en worden vaak veronachtzaamd: Jan van Nijlen, J.C. Bloem, Willem Wilmink, Bert Schierbeek, Anton Kortweg, Rutger Kopland. En H.W. Auden uit Engeland en Donald Hall uit de USA.”

Wat lees je nu?

,,The Alice Networkvan de voor mij onbekend Amerikaanse schrijfster Kate Quinn. Het verhaal en dat zal je niet verbazen, gaat over WO1 & WO2 in Frankrijk en Engeland. Twee verhaallijnen die uiteindelijk bij elkaar moeten komen. Zover ik dat kan beoordelen gebruikt ze de Engelse taal uit die jaren bijzonder goed. Daarbij komt nog dat het boek prachtig is uitgegeven, zeker voor een pocket, mooi crème papier en lettertype, ruw aan de zijkant afgesneden, treffende omslag en het boek valt mooi open. En dat voor slechts 17 dollar. Ik zag onlangs dat er ook een Nederlandse vertaling op de markt is gekomen.”

Heb je nog andere hobby’s?

,,Fietsen en joggen. Ik loop drie keer per week hard, nou ja hard…, tien km althans dat is het streven. De natuur en rust is hier natuurlijk fantastisch, Altijd hetzelfde rondje, want ik bezit de kwaliteit om gigantisch te verdwalen. Als ik Wil, mijn vrouw, niet had was ik allang in deze wereld verdwaald…

We fietsen graag. Engeland, Frankrijk, België, Italië, maar naarmate de jaren voortschrijden worden de ritten steeds vlakker… Vijf jaar geleden ben ik met Meindert Smit nog naar Parijs geweest. We presteerden het om 460 km te fietsen terwijl de route 400 aangaf. Over oriëntatie gesproken.

En niet te vergeten de persgeschiedenis. Bij De Telegraaf kwam ik heel vroeger nog wel eens bij de zetterij op de Nieuwezijds. Fascinerend al dat lood en hardwerkende mannen. De enorme persen, het lawaai, de stank, de inktluchten. De typografen waren rond 1900 de voorlopers van het bevechten van betere arbeidsvoorwaarden en  kortere werkweken. En dan de technische ontwikkelingen: lood, fotografisch zetten, electronisch zetten. Een fascinerende bedrijfstak.

Verder ben ik intensief bezig met een aantal mensen uit de buurt waar ik geboren ben, de Oostelijke Eilanden te Amsterdam, een site te vullen met foto’s en (kranten)verhalen uit vnl. de jaren 50 en 60. Als je een beetje goed kunt zoeken en je bronnen  weet haal je heel wat onbekend beeldmateriaal te voorschijn. Ja, nostalgie en vroeger was het natuurlijk altijd beter…”

Van welke muziek hou je?

,,Als kind van de jaren zestig wederom een bekend rijtje: The Beatles, Rolling Stones, Lovin’ Spoonful, Cream, Simon and Garfunkel, Neil Young, Jefferson Airplane, Kinks, Animals enz. enz.

Ik houd ook wel van wat bombastische muziek zoals The Walker Brothers, met name het solowerk van Scott Walker, Gino Vannellidie nota bene ooit in Amersfoort woonde.

Jacques Brel is ook geweldig. Ken je Vesoul? En de uitvoering van Jenny Areanen Lucretia van der Vloot?

Ik ben een groot fan van Dave Crosby. Vijftien jaar geleden zag ik een concert van hem in Paradiso. Het mooiste wat ik ooit zag. Nog steeds heeft hij een goede stem en maakt mooie composities.

Ik zag wat legendarische concerten in een ver grijs verleden: in 1965 The Roling Stones in Den Bosch, de markthallen. Pink Floyd in Paradiso in 1967, The Doors en Jefferson Airplane in het Concertgebouw, The Kinks in Beverwijk en natuurlijk alle grote Nederlandse bands/beatgroepen, Motions, Golden Earrings, Outsiders enz.

Vandaag de dag wordt er ook uitstekende muziek gemaakt, Coldplay, maar mijn hart ligt toch bij de jaren 60 en 70.”

Rein heeft al zijn LP’s weggedaan, op zijn LP’s van de Beatles na, toen alles vervangen op cd en nu een top 800 gemaakt op zijn p.c.

Je vertelde me ooit dat je ook geïnteresseerd bent in klassieke muziek?

,,Dat klopt, hoewel ik er praktisch niets van weet. We hebben een periode gehad dat we iedere zondagavond naar de serie Meesterpianisten in het Concertgebouw gingen, Wil zat toen op pianoles. Daar heb ik mooie dingen gehoord. Wat ik prachtig vind is het Celloconcert van Dvorak door Mstislav Rostropovich. De cello is het instrument met het mooiste geluid. Horowitz die met het Orchestra del Teatro alla Scala pianoconcert #23 in A, K488 Adagio van Mozartspeelt. Mooier bestaat niet.

Ik ben geen groot fan van Jeroen Krabbe, maar hij heeft me wel attent gemaakt op het Ave Mariavan Inessa Galante. Dat moet je horen. Heel raar, maar ik ben een groot bewonderaar van Aafje Heynis. Wat een stem, wat een bescheiden maar interessante vrouw. Luister eens naar haar Erbarme dich, mein Gott.

En ja, ik houd ook van Yves Montand. Hij speelde in 1961 mee in de film Aimez-vous Brahms, naar een in 1959 opzienbarende roman van Françoise Sagan, waarin hij de gelijknamige titelsong zong. Dat nummer was weer afgeleid van Symphony no.3 in F Major, Op. 90van Brahms. Leg deze twee uitvoeringen naast elkaar. Genieten.”

Van welke films en/of televisieprogramma’s houd je?

,,Ik kijk praktisch geen tv meer, soms op Uitzending gemist iets. Tot voor kort gingen we iedere vrijdagavond in de winter naar de bioscoop, in Arnhem of Apeldoorn. Met Meindert & Marjan. Om toerbeurt mochten we dan een film uitkiezen. Soms was het wat minder, maar vaak was het toch wel genieten. Ik herinner me Patterson, een heel eenvoudige, kleine film over een buschauffeur die graag dichter wil worden. Heel indrukwekkend. Helaas gaan deze avonden wegen omstandigheden voorlopig niet door.”

Enige uitspraken van Rein:

,,Muziek en literatuur houden een mens op de been.’’

,,Ik heb dertig jaar in Amsterdam gewoond, dertig jaar in Almere en ik wil de laatste dertig jaar in Laag Soeren wonen. Dan ben ik negentig. Dus in 2038 hang ik de lier aan de wilgen. Dan heb ik waarschijnlijk twee keer zoveel tubes verf  dankzij  Marjan. Ik doneer ze dan graag aan de school en stop ik met schilderen, fietsen, lezen en leven. Dat lijkt me mooi!’’

,,De lezers moeten blijven schilderen bij BM. Nergens vind je zulke goede docenten, aangename sfeer en zulke heerlijke lunches. BM is een verrijking van je leven en je werk en je kennis gaan met sprongen vooruit.”