Tanja Staudt (*1944) komt graag naar de school. Hier ontdekte ze haar grote liefde voor de middeleeuwen, miniaturen en bladgoud en schilderen. Tijd voor een goed gesprek. En koffie van de zaak.
Je bent van harte uitgenodigd om op tweede Paasdag 18 april om 14.00 uur naar de opening van haar expositie te komen in de Grote Kerk in Doesburg.
Door Rein Aardema
Een jaar of 20 geleden zag Tanja in een plaatselijk Doesburgs blaadje een advertentie over iconen schilderlessen. Het adres heeft zij nooit kunnen vinden en zij vergat het eigenlijk. Wel ging zij in Doesburg schilderen en boetseren bij plaatselijke kunstenaars. Dat deed zij met een grote inzet. Tot die tijd had zij nooit iets gedaan en was verbaasd wat er uit haar handen kwam. Mensen hebben wel eens tegen haar gezegd dat ze een enorme drive heeft ,,alsof de dood je op de hielen zit.’’
,,Het is bizar, maar ik weet niet waar het vandaan komt, het is net alsof er in mijn hand een mannetje zit dat mij dwingt te gaan schilderen en boetseren. Ik kan er niks aan doen, ik word gestuurd. Het is bizar.’’
Totdat zij zo’n 5 jaar geleden vastliep bij een schildersclub en bij BM terecht kwam via een vriendin. BM bood haar, uiteraard, de oplossing. En Tanja bleef ,,hangen’’. Ze begon hier met olieverf totdat er het Jaarprogramma Magische Middeleeuwse Miniaturen aangeboden werd. Na een proefles was zij ,,direct verkocht’’ en zei tegen Marjan ,,Dit is de leukste opleiding ooit.’’
Maar ook was hier corona weer de spelbreker, de lessen hielden op.
,,Ik vind het heel jammer dat deze opleiding abrupt werd afgebroken, we hadden een heel leuk clubje. On line deze opleiding volgen is niet mijn ambitie en van Marjan begreep ik dat we in juni weer beginnen, als het mag, anders wordt het oktober.’’
Tanja maakt ook keramiek en dat doet ze succesvol. Ze heeft plm. 200 beelden gemaakt en praktisch allemaal verkocht. Net als bij schilderen heeft zij het gevoel dat haar hand door iemand gestuurd wordt. Het glazuren vindt zij het spannendste, je moet maar afwachten wat er uitkomt.
,,Het is fascinerend waar de glazuren ophouden. Voor een keramisch beeld had ik onlangs 6 voeten nodig. Maar ik kreeg het niet voor elkaar ze goed onder het beeld te krijgen en uiteindelijk is het dit geworden… de boot, de voeten ze staan achterstevoren.
Witte schoenpoets gebruikte ik voor de engelen wat een heel bijzondere glans gaf . Ik maak gebruik van de oven van een bevriende keramiste in Doesburg. Die is 62 cm hoog, de maximale hoogte. Af en toe denk ik dat ik ga stoppen met keramiek en me geheel werp op het schilderen, maar dan komt er weer eens een leuk onderwerp langs…’’
Maxiaturen
,,Miniaturen vind ik geweldig en het is super knap als je het kunt. Ik heb daarin enorm goed les gehad van Maike, Maria & Marjan. Maar ik wilde meer, ik wilde ze groter schilderen. Zo ontstonden mijn maxiaturen. Dat schenkt mij zo ongelooflijk veel plezier. Ik blaas een miniatuur enorm op, maar het leukste is de rand. Die verzin ik helemaal zelf d.w.z. ooit heb ik in Suriname een grote vlinderverzameling opgebouwd en die probeer ik in deze randen te verwerken. Qua afbeelding laat ik me inspireren door middeleeuwse boeken. Ik gebruik ook bladgoud. Ik ben een groot afnemer van bladgoud bij BM en papier van de Middelste Molen. Wel met een coating want ei-tempera rechtstreeks op het vezelrijke papier vloeit uit.
Thuis is de logeerkamer omgetoverd tot atelier waar ik mijn maxiaturen vervaardig. Ei-tempera is geweldig en zodra het kan ga ik de 4-daagse cursus ei-tempera Draperieën en Plooien doen. Daar verheug ik me geweldig op. Ik schilder de maxiaturen tot op heden alleen op papier, maar ik wil zeker nog op paneel gaan leren schilderen.’’
De opening van de tentoonstelling van Tanja in de Annakapel van de Martinikerk te Doesburg vindt plaats op tweede Paasdag op maandag 18 april. De maxiaturen, wat kleintjes en waarschijnlijk ook wat keramiek op consoles worden dan getoond. Zij heeft wel meer geëxposeerd o.a. in het kerkje van Angerlo, schilderijen met een Oosters thema.
Tanja is een oorlogskind, in 1944 geboren in Amersfoort. Haar vader kwam uit Slovenië en veel van haar werk heeft een Oosters tintje.
,,Op de een of andere manier zit dit toch in mijn genen, ik merk dat b.v. in de kunst. Ben ik bezuiden München dan voel ik me thuis. Het gekke is dat ik ook heel snel contact heb met mensen uit Rusland en landen uit het voormalig oostblok ondanks dat ik geen woord Slavisch spreek.’’
Zuid-Afrika
Mijn moeder kon mooi piano spelen en toen zij hertrouwde gingen wij, moeder, stiefvader en mijn zusje, naar Zuid-Afrika. Daar hebben we in de jaren 1958-1966 gewoond. Ik zat daar op een Engelse kostschool, maar heb me daar nooit helemaal thuis gevoeld. De apartheid vond ik zo raar. Bij concerten zaten de blanken vooraan en de kleurlingen achteraan terwijl iedereen die daar kwam van klassieke muziek hield.
Ergens in de jaren 60 was ik voor het eerst een concert van de Dutch Swing College Band in Zuid Afrika. Blanken en gekleurde mensen mochten daar zo’n beetje voor de eerste keer bij elkaar zitten en ik heb nog nooit zo’n swingende avond meegemaakt. Dit ben ik dan ook nooit vergeten. Heel bijzonder.
Toen Tanja trouwde was haar man net afgestudeerd aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen, tropische bosbouw, waarna hij naar Suriname werd uitgezonden. Daar hebben zij 6 jaar gewoond en drie kinderen gekregen. Toen zij naar Wageningen terug gingen werd Tanja daar in de jaren 1980-2001, raadslid en later wethouder voor de VVD, een linkse studentenstad. Ze heeft daar veel geleerd. Van de 23 raadsleden waren er velen afgestudeerd en gepromoveerd, het abstractie niveau van discussiëren was zo hoog dat ambtenaren moeite hadden dit bij te benen.
Zij en haar man hadden al wat glastentoonstellingen in Wageningen georganiseerd. In 2000 kochten ze een huis in Doesburg, Het Gouden Schepel en organiseerden ze daar glastentoonstellingen. Het liep als een trein . In 2015 was er nog een laatste tentoonstelling van Richard Price zijn 50ste verjaardag. Aangezien ze er niet van hoefden te leven zijn ze toen definitief gestopt.
Inmiddels waren er ook kleinkinderen en die vroegen ook aandacht. Drie van haar kleinkinderen woonden in Stockholm en Tanja vloog iedere maand naar deze stad om op te passen, 6 jaar lang. Haar ,,Stockholmse dochter’’ woont inmiddels in Velp en oppas is niet meer nodig.
Verdere bezigheden
,,Wat kan ik verder over de kunst vertellen? Ik vind Breughel en Van Eyck geweldig en de technieken van de renaissanceschilders imponeren mij. De Russische schilder Ilja Repin en vooral zijn schilderij van Modest Moessorgski vind ik geweldig, maar ook de Russische landschapsschilders zijn in mijn ogen fantastisch. Ik mis geen tentoonstelling in de Hermitage, Assen, Groninger Museum maar ook de tentoonstellingen in More, van realisten, probeer ik te zien.
Heel erg is dat in deze tijd concertbezoek is uitgesloten.
Verder ga ik al jaren met twee vriendinnen op woensdagavond naar het Filmhuis in Doesburg, daar staan nog de oude stoeltjes uit het DeLaMar Theater in Amsterdam. Er worden daar veel bijzondere films gedraaid. maar ook dat ligt al een tijd stil.
De politiek volg ik nog steeds en omdat ik er zelf in heb gezeten herken ik de structuren, er is helaas niets veranderd.
Met mijn twee oudste kleinzonen golf ik en ik schrijf nu voor mijn kinderen mijn herinneringen op. Eigenlijk kom ik nog steeds tijd tekort om alles wat er in mijn hand zit uit te voeren.
Verder heb ik in de afgelopen jaren veel colleges kunst en cultuur gevolgd aan de Hovo in Nijmegen en Tilburg , die altijd weer inspiratie opleverden voor mijn kunstuitingen.
Ander werk van Tanja