De vriendin van Marianne van den Dungen (*1958, Eindhoven) Luciënne van Eeden schildert al enige tijd bij BM en nodigde haar uit om ook bij ons te komen schilderen. 

Daar moest zij eerst wel even over nadenken.

Na enige tijd besloot zij toch naar een open dag te gaan.

De introductie, de ruimte en de werken spraken haar erg aan en nu heeft zij het eerste jaar van de Vakopleiding Italiaanse en Vlaamse Renaissance achter de rug.

Zij is zo gegrepen door de leerstof dat zij thuis al 8 (!) werkjes buiten de 4 schoolopdrachten zelfstandig heeft gemaakt. 

Marianne kan zich wel vinden in de 10.000 uren stelling m.a.w. oefenen, oefenen, oefenen dan bereik je vanzelf een goed niveau.

Haar manier van kijken is door deze opleiding ook anders geworden.

Van nature een tekenaar zijn betekent voornamelijk kijken in lijnen en vlakken, schilderen is daarnaast kijken in kleuren.

Kleurnuances en contrasten zijn nu belangrijk geworden en beheersen haar waarneming.

Pen en inkt waren tot nu toe haar werkgereedschappen, daar maakt zij middels ontelbare puntjes illustraties mee.

Monnikenwerk.

Bij BM is zij vooral anders gaan kijken naar portretten.

Inmiddels is zij verschillende keren naar Gent afgereisd om de schilderijen van Jan van Eijck te bewonderen.

Marianne heeft gestudeerd aan de lerarenopleiding in Tilburg, tekenen en textiele werkvormen, een vierjarige opleiding.

Destijds een geheel nieuw concept waar je les kreeg van gerenommeerde kunstenaars.

Een confronterende opleiding ook, er ging een geheel nieuwe wereld voor haar open.

Zij vond zichzelf toen jong en onervaren.

En zij heeft haar opleiding niet afgemaakt…

,,Dat heeft me altijd een beetje dwars gezeten, maar ik was jong getrouwd, op mijn 20e, en werd in het laatste studiejaar zwanger en moest 3 maanden voor mijn afstuderen stoppen.

Wel heb ik veel aan deze opleiding gehad, ik leerde heel veel technieken.

Tekenen, schilderen, vooral gouache, grafische dingen en binnen de textiel allerlei technieken.

Toen ik zo’n 28 jaar was en de kinderen naar school gingen ben ik cursussen gaan geven in spirituele centra in België en Nederland.

Onderwijl was ik in aanraking gekomen met de werken van Carl Gustav Jung. 

Hij schreef onder andere over mandala’s. 

Daar was verder nog weinig over bekend in die tijd.

Daar heb ik mij toen in verdiept en ben daar ook les in gaan geven.

Op een zeker moment had ik het wel gehad met het reizen en ben ik aan huis gaan werken met cursusgroepen.

Dat heb ik tot een jaar of 10 geleden gedaan.

De Mandala’s maakte ik in kleurpotlood en in die techniek gaf ik ook les.

Na zo’n 100 thema’s uitgewerkt te hebben ben ik ermee gestopt.

Het was klaar en intussen kreeg ik wat opdrachten om boeken te illustreren.

Inmiddels zo’n 25 uitgaven, dichtbundels en filosofische werken.

Vooral voor de filosoof/antropoloog Marcel Messing heb ik veel gewerkt.

Marcel schrijft veel over Boeddhisme, de parabels van Jezus e.d. en deze uitgaven mag ik illustreren.

Zijn filosofie raakte mij en ik heb heel veel van hem geleerd over het gaan van een innerlijke weg in het leven.

Er is ook een diepe vriendschap met hem uit ontstaan.

Dit alles betekent wel dat ik na mijn opleiding, zo’n 35 jaar geleden, nimmer meer een penseel in mijn handen heb gehad en alleen maar heb getekend.

Ik schilder nu met ei-tempera, een mooie techniek, heel puur.

Je kunt er alles mee.

Ik heb meer werk gemaakt dan hier wordt gevraagd, stillevens, modern werk enz. omdat ik wilde weten of ik niet alleen in de stijl van de renaissance kon werken, maar ook in andere richtingen met ei-tempera uit de voeten kon. 

Ik wil een eigen beeldtaal, techniek ontwikkelen en dat is zoeken.

Gelukkig heb ik de tijd aan mezelf om e.e.a. te ontdekken.’’

Kun je van het illustreren leven?

,,Helemaal niet!

Ik had het voorrecht dat mijn man een goede baan heeft gehad, nu is hij gepensioneerd, en zei doe maar wat je fijn vindt, ik word blij als jij het goed hebt. 

Ik heb het mooiste vak ter wereld en voor het geld hoef ik het niet meer te doen.’’

De vader van Marianne had een boerenbedrijf onder Eindhoven, tegen de Limburgse grens. Haar moeder was een handelsvrouw uit een middenstandsgezin die bijvoorbeeld op veilingen kocht of restpartijen opkocht en dat weer verkocht variërend van antiek tot de eerste centrifuges. Een kunstzinnige opvoeding zat er niet in.

Ook heeft zij twee broers die in de zakenwereld terecht zijn gekomen.

En zij was, zoals ze zelf zegt ,,een geheel vreemde eend in de bijt’’.

,,Ik heb me altijd een beetje verdwaald gevoeld in deze wereld waarin ik eigenlijk helemaal niet thuis hoor.

..Vijftien jaar geleden heb ik een boek geïllustreerd van Marcel Messin, ,Worden wij wakker?’ dat gaat over het verlies van privacy en hoe de wereld op de achtergrond in elkaar steekt, op weg naar totale controle en dus heb ik geen smartphone en op internet staat heel weinig van mijzelf, met uitzondering van enkele interviews met Messing die ik ooit met hem hield.

Ik vind het gewoon niet fijn constant bereikbaar te zijn, 20 jaar geleden konden we ook zonder al deze dingen.

Is de wereld er beter of mooier van geworden?

Vroeger moest je moeite doen om bepaalde kennis in je hoofd op te slaan en nu heb je in je telefoon een soort externe harde schijf hiervoor.

Het is allemaal vluchtig en heeft niets te maken met een ontwikkeling in jezelf.

Laatst was ik een weekje weg en was dus ook niet bereikbaar.

Toen ik thuiskwam was er een email van een uitgever of ik een artikeltje wilde schrijven. 

En een email van twee dagen later van dezelfde uitgever waarin stond dat hij nog steeds niets van mij gehoord had en dus maar een ander had gevraagd…

Bizar.

Mijn eerste herinnering aan kunst is toen ik zo’n 9 jaar oud was en bij een vriendinnetje thuis een reproductie van Van Gogh boven de tafel zag hangen.

Het waren de ,Vissersboten op het strand van Les Saintes Maries de la Mer’, ik zie dat beeld nog op mijn netvlies.

Geweldig.

Mijn schoolschriften stonden al, tot grote ergernis van de onderwijzer, vol met tekeningetjes in de kantlijn.

Toen ik een jaar of 11 was moesten we iets tekenen over de zomer.

Ik tekende een zwembad met mensen erin die aan het zwemmen waren, ik kreeg daar, geloof ik, een 7 voor, maar mijn buurvrouw kreeg dit cijfer ook en zij had poppetjes met handen als harken getekend.

Toen dacht ik wel dit klopt helemaal niet.

Op de Havo kreeg ik ineens negens voor tekenen, ik wist toen wel dat ik dit wel kon.

Dit gebeurde tot grote verbazing van mijn ouders die er niet zo veel van begrepen… 

Voorbeeld, we waren met het gezin in Madrid en mijn ouders en broers wilden naar het stierenvechten en ik naar het Prado.

Ik ben erheen gegaan en daar ben ik twee jaar geleden weer geweest met Frans, mijn man.

Overigens hebben mijn ouders me wel gestimuleerd de tekenopleiding te gaan doen, dat was bijzonder.

Mijn moeder is enkele jaren geleden overleden en mijn vader leeft nog, als hij mijn werk ziet zegt hij dat hij niet snapt hoe ik dat kan, dat ik daar het geduld voor heb.

Welke schilders ik bewonder?

Vermeer is toch wel een held van me evenals Albrecht Durer, hij kon iets wat niemand anders kon in zijn tijd.

Verder kan ik me vergapen aan werken van de Amerikaanse schilder John Singer Sargent, Dante Gabriel Rosetti, de snelle toets van Sorolla, portretten van William Orpen, de verstilling van de Scandinavische schilders Holsøe en Hammershøi.

Op mijn 20e zag ik de waterlelies van Monet in Parijs, geweldig.

Tijdens mijn studie was ik in Florence met studenten en docenten van de opleiding en daar ben ik later met het gezin terug gegaan om alles weer eens, nu met volwassen ogen, te bekijken.

Nu ik zelf renaissance werk kopieer in het klein begrijp ik waar kunstenaars uit die tijd mee te maken hadden, de technische mogelijkheden en problemen van het werk.

Ik kom vaak in het Noord Brabants Museum in Den Bosch, op de fiets want het is dichtbij, waar prachtige werken van Jan Sluijters hangen.

Kippenvel kreeg ik daar bij de thematentoonstelling met werken van Lita Cabellut.

Wat me ook aanspreekt zijn de stillevens van Sean Beaver, Erkin en Sasja Wagenaar met hun schalen en kopjes en het textiel van Sophie Ploeg.

Sean Beaver

Ons huis staat vol met boeken, veel kunstboeken, informatief materiaal over gnostiek, oosterse filosofie, geschiedenis, natuur, van alles en nog wat en natuurlijk romans.

Ik lees iedere dag, veel en snel, ik kan binnen een paar dagen een boek uit hebben.

Op mijn 13e had ik de boekenkast van mijn ouders leeg gelezen.

Ik heb wel eens tegen Marcel Messing gezegd dat hij vaak een half jaar tot een jaar bezig is om een boek te schijven en ik zijn werk dan binnen 1,5 dag uit heb. Dan schaam ik me een beetje omdat ik weet hoeveel werk hij erin gestopt heeft…

Onlangs las ik nog het mooie ,Noord’ van Sien Volders.

En wat me de afgelopen tijd raakte is ook Charles Martin ,Chasing fireflies’, Ann Patchett ,Het Hollandse huis’ en Lars Mytting ,De vlamberken’.

Wat muziek betreft kun je me voor Bach wakker maken.

Ik luister ook naar Estas Tonne’s ,Internal Flight’ en werken van Max Richter b.v. ,The nature of daylight’.

Tijdens het tekenen heb ik vaak meditatieve muziek op staan.”

P.s.,

Website van Lucienne van Eeden

De  dochter van Marianne, Anne, maakt prachtige macro natuurfoto’s, zie hier.