Odette is derde jaars aan de Vakopleiding Italiaanse & Vlaamse Renaissance. In april en mei organiseert zij met de andere derde jaars een grote expositie. De opening is op 4 april om 17.00 uur. De expositie kun je bezoeken tot en met zaterdag 11 mei.

Praten met Odette Westmijze (*1958) over Annie M.G. Schmidt & Jean Dulieu is het openzetten van een kraan.

Een stroom enthousiaste verhalen en belevenissen op de basisschool die zij aan de hand van de verhalen heeft gedaan is bijna niet te stoppen.

De invloed van Annie & Jean op Odette is enorm.

Bijna kwamen we niet meer toe aan haar aanwezigheid bij BM.

 Odette en haar dochter Firoza op paneel.
Een paar jaar geleden wilde Odette graag ,,een lap’’ met daarop een afbeelding van Vermeer.
Een ,,een lap’’ betekent hier dat een schilderij is afgebeeld op een lap stof, houten lijst er omheen en je hebt een pracht ,,schilderij’’ aan de muur voor weinig.
Kitscherig maar het voldoet wel.
 ,,Een lap”
Ooit had ze al eens een dergelijke ,,lap’’ in Amsterdam gekocht, maar waar ook weer?
Oude meesters ingetikt bij Google… en toen kwam BM tevoorschijn.
Een kleine vonk ontsprong in haar hoofd.
Sinds de lagere school had zij niet meer getekend of geschilderd en zij wist dat zij daar destijds veel plezier aan had beleefd.
Dus waarom niet weer beginnen, bij BM?
Bij BM leerde zij schilderen met ei-tempera.
Een ontdekking.
Zij had nog nooit van deze schilderwijze gehoord, maar het heeft wel haar hart gestolen.
En makkelijk op vakantie want de buisjes met pigmenten nemen geen plek in en kippen zijn overal…
Olieverf komt dan ook niet ter sprake.
Odette heeft inmiddels 4 ,,verplichte’’ werkjes gemaakt en drie vrije keus werkstukken.
,,Mijn dochter Firoza heb ik twee keer geschilderd. 
En ik ben nu bezig met een drieluik, weer van mijn dochter. 
Thuis heb ik een aparte werkruimte waar ik kan schilderen. 
Maar het werkt niet. 
Ik wil dan toch naar beneden, naar de katten, naar iedereen. 
Ik schilder toch liever op BM. 
Gezellig, maar wel geconcentreerd. 
Iedere woensdag de hele dag. 
Heerlijk. 
Er zijn dan veel serieuze mensen en dan schik ik me wel.
Ik kom altijd op de fiets naar BM.
Van Huissen bij Arnhem naar Laag Soeren, zo’n 50 km visa versa.
Ik heb een hekel aan de bus en het geeft mij de noodzakelijke beweging.
Ik moet je ook zeggen dat zonder de geweldige ontvangst en hulp van BM ik waarschijnlijk nooit was blijven schilderen.
Wat dat betreft ben ik hier in een gespreid bedje gekomen.

Op dit schilderij van haar dochter Firoza staan ook de regenwormen die in onderstaand gedicht van Annie M.G. Schmidt zijn genoemd.
Er was een regenworm in Sneek
die altijd naar de sterren keek,
en fluisterde: Hoe schoon, hoe schoon…
Zijn moeder zei: Doe toch gewoon,
kijk naar beneden naar de grond,
dat is normaal, dat is gezond,
kijk naar beneden, zoals ik…
En toen?
Toen kwam de leeuwerik!
Het wormpje, dat naar boven staarde,
zag hem op tijd en kroop in d’aarde,
maar moe die naar beneden keek
werd opgegeten (daar in Sneek).
Dus doe nooit wat je moeder zegt,
dan komt het allemaal terecht.
Na de pedagogische academie besloot zij naar de kunstacademie Artibus in Utrecht te gaan omdat er in 1978 geen werk te vinden was in het onderwijs.
Het doel was strips of tekenfilms maken.
Maar vanaf dag 1 voelde zij dat zij geen kunstenaar was.
Dat kwam mede omdat de academie praktisch geen aandacht aan de technische vakken besteedde, iets waar ze wel behoefte aan had.
,,Eigen ideeën, een kunstzinnig gevoel heb ik wel, daarvoor hoefde ik niet naar de academie, maar de techniek, daar ging het mij om die ontbrak in zijn geheel.
Ik was een keer in Parijs, in het Louvre en daar zag ik kunststudenten schilderijen kopiëren. 
Dat is pas leuk, dacht ik. 
Dat zou ik ook wel willen.”
Wat heb je gedaan nadat je de kunstacademie na 2 jaar teleurgesteld verliet?
,,Ik ben geweest: tandartsassistente, schoonmaakster, archiefmedewerkster, reisleidster en peuterschoolleidster.
En dat alleen maar omdat ik als onderwijzeres op een basisschool nergens een vaste aanstelling kreeg.
Eerst had ik geen ervaring en toen ik dit eindelijk had kwam  er een DOP-regeling hetgeen betekende dat nog jongere mensen dan ik voorrang kregen.
Dan werkte hier en dan weer daar en in de tussentijden deed ik de genoemde werkzaamheden.
Pas toen ik 30 jaar was kreeg ik een vaste regeling bij de Lea Das Bergschool in de wijk Rijkerswoerd van Arnhem, daar heb ik 30 jaar gewerkt.
Toen moest ik er vanwege een reorganisatie uit maar wel blijven solliciteren.
Werk is er niet in Arnhem, wel in Amsterdam of Rotterdam maar dat is toch echt te ver.
Ik fietste 5 dagen per week naar school, dat ging goed, maar dan was  het ook wel gedaan.
Dus Amsterdam of waar dan ook, ver weg van Arnhem, zit er niet in.
Het wachten is nu of er ergens een plek vrij komt.
Ik mis de kinderen op de basisschool want ik vind het leuk om met hen om te gaan en hen een aangename tijd te bezorgen.
Zij moeten later denken dat het bij Odette leuk was.
En ze moeten de beste resultaten hebben van de school want een andere juf mag het niet beter doen.
Als ik me maar hield aan het leerplan kon ik alles doen wat er maar in mij opkwam.
Soms had ik midden in de klas een trap staan en zongen we ,Dikkertje Dap klom op de trap,’s morgens vroeg om kwart over zeven…’
Was er een jongetje dat niet wilde lezen dan mocht hij niet op de trap zitten.
Dat hielp wel.
Jean Dulieu (1921-2006) was eigenlijk de eerste die mij inspireerde om met kinderen aan de slag te gaan.
Zijn Kevertje Plop was een grote inspiratiebron.
Kevertje Plop was ik, niets durven en toch doen.
En het waren spannende verhalen voor de kinderen.
Ik heb wel eens per brief contact met hem gehad en een prentje van hem gekregen.
Wat een stemkunstenaar was hij toch.
Ik heb een kat die Pluis heet en als ik hem roep dan voel ik me net Eucalypta die Paulus roept.
In de klas deden we living statues na, draaiden Mozart en Beethoven, liepen modeshows met de kinderen, en deden trouwerijen na.
Ik ben een geboren onderwijzeres, maar wellicht iet te chaotisch…
Complimenten geven is belangrijk.
Ik heb de kinderen altijd de hemel ingeprezen, kinderen zijn het allerleukste dat er is.”

Dikkertje Dap, klom op de trap
‘s Morgens vroeg om kwart over zeven
Om de giraf een klontje te geven
Dag giraf, zei Dikkertje Dap
Weet je wat ik heb gekregen
Rode laarsjes voor de regen
‘t Is toch niet waar? zei de giraf
Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje ik sta paf

O, giraf, zei Dikkertje Dap
‘k Moet je nog veel meer vertellen
Ik kan al drie letters spellen
A, B, C, is dat niet knap
Ik kan ook al bijna rekenen
Ik kan mooie poppetjes tekenen
Lieve deugd, zei de giraf
Kerel, kerel, kerel, kerel ik sta paf

Zeg giraf, zei Dikkertje Dap
Mag ik niet eens even bij je
Stiekem van je nek af glijden
Zo maar eventjes voor de grap
Denk je dat de grond van Artis
Als ik neerkom heer erg hard is
Stap maar op, zei de giraf
Stap maar op en glij maar af

Dikkertje Dap, klom van de trap
Met een griez’lig grote stap
Op de nek van de giraf
Zette Dikkertje zich af…
Roetsjj, daar gleed hij met een vaartje
Tot het eindje van het staartje
Boem! Au! Dag giraf, zei Dikkertje Dap
Morgen kom ik toch weer hier met de trap

 
Vertel een iets over Annie M.G. Schmidt je heldin.
Ik vind haar geweldig.
Het gedicht Er was een regenworm in Sneek (zie boven) is mijn favoriete gedicht van haar, zo grappig, zo tegendraads en ook een beetje mijn levensmotto…
En dan je kleding.
Kleding kopen en dragen vind ik heerlijk. 
Ik ben altijd op zoek naar leuke kledingmaat niet voor de volle mep.
Outlets, soms kringloop of tweedehands e.d.
Ik heb het nooit nodig, maar ik vind het prachtig.
Ik  gooi zelden wat weg.
En ik heb echt veel kleding, vele strekkende meters en in felle kleuren.
Mijn man, die ik op Lombok heb ontmoet toen ik reisleidster was, vind het mooi.
 
Een  favoriete museum van Odette is het Groninger Museum waar ze veel bewondering heeft gekregen voor de Engelse schilder John William Waterhouse (1849-1917),maar na een uurtje is het ook wel op.
Fotograaf Ruud van Empel (1958) is een andere favoriet. 
Georges Seurat (1859-1891) met zijn prachtige pointillisme schilderijen.
En zij houdt ook van kitscherige dingen, van de Efteling wordt zij erg blij.
En van kleuren als ze maar knalzijn, knalroze, knalgeel enz.
John William Waterhouse, 1849-1917.

John William Waterhouse, 1849-1917.

Ruud van Empel, 1958.

Ruud van Empel, 1958.

Georges Seurat,1859-1891.

Georges Seurat,1859-1891.

Interview. Wim Brands ontvangt schrijfster Dorinde van Oort die een boek schreef over haar vader Jean Dulieu, de schepper van Paulus de Boskabouter. Dulieus figuren (onder wie Eucalypta, Gregorius, Oehoeboeroe) zijn nationaal erfgoed geworden. Maar wat bijna niemand weet, is dat hun schepper, die eigenlijk Jan van Oort heette, een dubbelleven leidde. Heen en weer geslingerd tussen zijn vele talenten en gaven, en voortdurend bezig zijn obsessies te camoufleren, was hij een productieve, maar ook een tragische persoonlijkheid.